De gegoede burgerij uit de 17e, 18e en begin 19e eeuw had genoeg tijd om zich te vermaken: Buiten waren vooral kolf, pluimbal, schaatsen en kaatswedstrijden geliefd.
De jacht was voor de heren op stand. Er waren voorschriften voor wie op wat mocht jagen. In huis waren bord- en kaartspelen bijzonder populair.
Dankzij de V.O.C. konden welgestelde burgers wonderlijke en exotische objecten verzamelen in rariteitenkabinetten. Collecties werden aangelegd van originele tekeningen, prenten en schilderijen.
De rijke dames lieten Poppenhuizen maken. Deze toonden de ideale, nette Hollandse huishouding. Samen uren geboeid kijken naar alle fijne details was een geliefd tijdverdrijf.
Kinderen kregen scholing in dansen en muziek maken, in huiselijke kring werd veel gemusiceerd. De populaire pianoforte groeide uit tot een onmisbaar onderdeel van dat musiceren.
In de 18e eeuw richtte men genootschappen op om oude waarden te herstellen, kennis te verwerven en deugd te bevorderen. Rond het midden van die eeuw nam het literaire genootschap een grote vlucht.
In museum Geelvinck, een Amsterdams Stadspaleis uit 1687, is Pret op Stand – Vertier van Toen te zien van 4 juli tot en met 22 december 2014.
We don't have anything to show you here.
We don't have anything to show you here.